De Grachtweg
Begin jaren twintig begint de ijsclub weer een beetje te leven. Tijdens
de winters worden er weer banen geveegd en er worden weer vergaderingen
gehouden. Ondanks dat in 1924 graaf van Lynden toestemming verleend om
de vijver op het Keukenhof bij ijs te verlichten - mits het wild daar
geen nadelige gevolgen van ondervind - blijft men zoeken naar een eigen
ijsbaan. Op 19 maart 1929 besluit de gemeenteraad van Lisse dat er een
echte ijsbaan ingericht mag worden, langs de Grachtweg in het centrum
van Lisse.
Lissesche IJsclub Op 13 december 1926 zijn aanwezig in de Witte Zwaan het gehele bestuur en 85 leden en tevens drie vertegenwoordigers van de ijsclub Sassenheim. Nadat de secretaris zijn woordje heeft gedaan, met zijn jaarverslag, mag de penningmeester de vergadering vertellen dat het batig saldo van de vereniging inmiddels het kapitale bedrag van ƒ 1023,16 heeft bereikt. Applaus vanuit de zaal. Ook kan de voorzitter melden dat de ijsclub weer rechtspersoonlijkheid heeft verkregen, het Koninklijk Besluit van 9 januari 1897 nummer 8 is vervangen door Koninklijk Besluit nummer 50 voor de duur van 29 jaar en 11 maanden ingaande op 13 december 1926. Aangezien men in 1920 verzuimd had verlenging van het Koninklijk Besluit aan te vragen, en daardoor de vereniging geen rechtspersoonlijkheid meer bezat, moest de aanvraag geheel opnieuw worden ingediend. Dit had ondermeer tot gevolg dat per 13-12-1926 de naam "IJsclub te Lisse" is vervallen en de officiële verenigingsnaam voortaan "Lissesche IJsclub" zal zijn.
Verzekering In die tijd komt er ook een voorstel op tafel om de leden bij ijs te
verzekeren. De verzekeringsmaatschappij "Ocean" komt met het
volgende voorstel:
Grachtweg Op 15 april 1929 vindt er een Buitengewone Ledenvergadering in de Nagtegaal plaats. Naar aanleiding van de strenge en langdurige winter, met temperaturen van dik onder de -20°C waarin ontzettend veel werk van het bestuur is gevraagd, zegt de voorzitter: "Wij zijn niet van plan de ijsbaan op Zandvliet op te heffen, maar we kunnen daar geen grote baanwedstrijden houden. Vandaar dat wij de gemeente hebben gevraagd een terrein aan de Grachtweg beschikbaar te stellen". De gemeente was wel bereid om mee te helpen bij de realisatie van dit plan waarvan de totale kosten op ƒ 2.000,00 werden begroot. De gemeente stelde daarbij voor om de IJsclub hiervan 10% per jaar te laten betalen en voorts dat de IJsclub voor aanschaf en onderhoud van de afrastering moest zorgdragen. Gezien de omvang van dit plan, meende de voorzitter, kon dit alléén met toestemming van de leden geschieden, vandaar deze buitengewone vergadering. Gedurende de vergadering doet men een beroep op de gemeente om de rente niet hoger dan 5% vast te stellen. Tevens heeft men het plan opgevat om een inzameling te houden ten einde een consumptietent en een afrastering te kunnen realiseren.
De ijsfeesten van 1933 Hier volgt een verslag van de winter van 1932-1933:Eindelijk - na drie lange jaren - is er weer eens genoten van de
Lissesche IJsbaan, hoewel er de eerste dagen wel wat gekijf en gemopper
geweest is, maar het is onmogelijk het alle menschen naar de zin te maken
hoewel het bestuur zich alle opofferingen getroost heeft om alles in orde
te hebben, geven wij hier een klein overzicht wat er alzoo gedaan is.
Zaterdag 21 januari was de dag dat de Zuid-Hollandsche IJsbond haar wedstrijd zou houden om de zilveren wisselbeker. Hoewel het bestuur tot zijn spijt het publiek van de baan af moest houden, daar anders zeker het ijs bezweken zou zijn, en voor verdere dagen onbruikbaar, althans niet in goede conditie te zijn geweest, dat was voor de ijsclub een grootte schadepost want de kas had juist op zoo'n buitenkansje gerekend. Verder had deze wedstrijd een vlug verloop. Er werden goede en zware ritten gekampt.
's Avonds was de baan weder helder verlicht en was de toegang wat ruimer gesteld. Tot 10 uur is toen naar hartelust gereden. Maar owee, toen moest na 10 uur de baan nog schoon geveegd worden wie zou het doen, werklieden waren niet genoeg aanwezig. Het bestuur wat aanwezig was nam ook vlug een bezem ter hand en geholpen nog door eenige jongelui, die het er voor over hadden een paar uur te helpen, om Zondag toch maar weer op een schoone baan te kunnen rijden was men 5 minuten voor 12 met dat karweitje gereed en kon zondags weer op een mooie baan gereden worden.
's Maandags voormiddag weer hard gewerkt om de baan schoon te krijgen
en 's middags weer volop genoten. De pret werd toen nog verhoogd daar
het bestuur in contact kwam met De Vries & Stevens uit Leiden, die
voor een niet te hoog bedrag muziek op de baan verschafte, want zonder
muziek wordt het toch een saaie boel, want toen de eerste grammofoonplaten
omstreeks half vier over de baan klonken werd de pret verhoogd, en ook
's avonds veel pret en vroolijkheid. Maar nu kwamen klachten over scheuren in de baan en het bestuur nam
een kloek besluit en ging naar slager Persoon om medewerking, die zijn
broei fornuis met 1200 liter kokend water gratis disponibel stelde. Dus
na 10 uur ging bestuur, arbeiders en vrijwilligers beginnen met vegen
en scheuren open maken.
Vrijdag weer een mooie gladde baan zonder scheuren, 's namiddags
werd weer een hardrijderij gehouden en wel voor Dames van leden boven
16 jaar. De deelname was naar de vereeniging leden telt gering, er waren
maar 16 deelneemsters, maar vinniger dan bij de heeren en dezelfde avond
was de baan geopend voor werkelozen op vertoon van hun kaart.
Daar 4 personen van het bestuur begonnen te kwakkelen wegens ziekte, de heer Wesseling is de gehele ijsperiode ziek geweest en door gebrek aan werkkrachten, zijn de buitenwateren er wel enigszins bij ingeschoten, maar toch waren er wederom personen die dadelijk aanpakten. De eerste was M. van der Linden die geheel belangeloos met zijn eigen personeel de gracht op liet knappen met gereedschap van de vereeniging, daarna volgde de Firma Blokhuis die gereedschap liet halen en door hun personeel de druk bereden slooten langs hun huizen in orde brachten, ook geheel belangeloos. Hierna volgde het buurtschap Halfweg, die door tussenkomst van M. Eigenbrood gereedschap liet halen en de Leidschevaart berijdbaar maakte, zoodat ook daar van de ijssport genoten kon worden, waarvoor het bestuur dan ook deze heeren hartelijk dank brengt.
De tweede wereldoorlog Eind jaren dertig en begin jaren veertig zijn er diverse strenge winters met heel veel sneeuw. Het ledental liep door de oorlog echter drastisch terug en voor vergaderingen en feesten moest men vooraf toestemming hebben van de Procureur-Generaal van het Gerechtshof in Den Haag. In de beginjaren van de oorlog kwam die toestemming nog wel mits er geen onderwerpen van politieke aard werden besproken. In 1943 en 1944 was er geen sprake van een winter. En daar was men ook bij de ijsclub blij om, gezien de barre omstandigheden waarin men toen verkeerde. De laatste winter van de oorlog was zelfs nog slechter, getuigen het verslag over het seizoen 1944-1945: Een verslag mag men deze regels eigenlijk niet noemen. Het mag alleen zijn betekenis hebben om over dit verenigingsjaar enige feiten op te tekenen. Omdat nu in het 54-jarig bestaan van de IJsclub, deze nog nooit zo weinig actief is geweest. Geen jongeman was veilig voor de SS Grune Polizei, of hoe dat gespuis ook heten moge. En wie zou zich gewaagd hebben op de baan, als daar gereden had kunnen worden. Maar daar er geen stroom was, is ook de baan niet onder water geweest. Geen eten, geen vuur, geen licht, geen kleding en ook geen leidingwater. Dit is een trieste opsomming van het aller belangrijkste wat er niet was in deze, in letterlijke en figuurlijke zin, donkere winter. Maar gelukkig er was ook geen ijs, zodat ons verdrukt, vertrapt en uitgeplunderd volk, tenminste voor een barre winter is bespaard gebleven.
Na de oorlog Het eerste jaar na de oorlog wil het goed winteren. Helaas is er voor verlichting geen stroom beschikbaar zodat er alleen overdag op de ijsbaan geschaatst kan worden. Bovendien hebben de Duitsters op hun terugtocht de lichtmasten van de ijsbaan gestolen zodat stroom alleen niet veel geholpen had. Ook de tweede winter na de oorlog had men niets te klagen, de baan is
gedurende 38 dagen open geweest. De langste periode was van 17 januari
tot en met 17 februari waarin er diverse hardrij- en koppelwedstrijden
werden verreden. De koppelwedstrijden waren het meest in trek en over
bezoekers had men ook niet te klagen. Want bij een Nationale wedstrijd
waren het er duizenden bezoekers zodat de weg naast de ijsbaan moest worden
afgesloten. De penningmeester is minder tevreden ondanks het afsluiten
van de weg naast de baan, wat aardig wat extra entreegelden opleverde.
Want de uitgaven zijn ruim ƒ 5.000,00 terwijl er maar zo'n ƒ
4.000,00 binnen kwam. En klaagt hij verder, er is nog steeds geen stroom
beschikbaar voor de verlichting. Wat er wel nog vanaf kan is een ontspanningsavond
voor de leden, want op 7 en 8 januari 1947 er werd een zeer amusant blijspel
"'n Wespennest" opgevoerd.
|