Lissesche IJsclub


De Poelpolder

Algemeen

Oprichting

Sloten

Grachtweg

Oranjelaan

Poelpolder

Zuid II

  Begin jaren zeventig was een commissie van de ijsclub bezig te onderzoeken waar een nieuwe ijsbaan gevestigd zou kunnen worden. Maar deze commissie onderzocht ook de mogelijkheid van een kunstijsbaan in de Bollenstreek. Dit bleek uiteindelijk geen haalbare kaart en dus werden alle pijlen op de nieuwe landijsbaan gezet. Het duurde tot aan 1972 voordat gemeld kon worden dat de ijsclub een stuk land, langs de slapersdijk aan de Rooversbroekdijk in de Poelpolder, van boer Jan Langeveld kon huren en daar de ijsbaan kon maken.

Na een fase van verdere detaillering en uitbesteding werd in de laatste week van oktober een aanvang gemaakt met de werkzaamheden. De dijken werden opgeworpen, lichtmasten werden ingegraven en er werd een pomp geplaatst voor aanvoer van het water. Begin december werd het werk opgeleverd en op 8 december 1972 kon Nic Mieloo de pomp in werking stellen om de baan onderwater te zetten. Intussen was er onder de bezielende leiding van Vader Bertus en vele leden van de Lissese sociëteit Cherubijn een prachtige houten bouwkeet van 26 x 6 meter op het terrein opgebouwd die als clubgebouw zou gaan fungeren.

 

Ereleden

Ook in 1972 vonden er diverse bestuursmutaties plaats. Om verschillende redenen waren er meerdere bestuurders vertrokken. Op de algemene ledenvergadering werd niet alleen de nieuwe baan aangekondigd maar Arie Wesselo en Bertus Randsdorp werden tot Erelid van de Lissesche IJsclub benoemd vanwege hun bijzondere verdiensten voor de club.

 

Storm

Op 8 januari 1973 vond er een historische bestuursvergadering plaats. Voor het eerst in de lange geschiedenis van de ijsclub kwam het bestuur bijeen in een eigen onderkomen. Er werd een extra borrel gedronken op dit heugelijke feit. Voor het vele werk wat vader Bertus belangeloos bij de opbouw van dit eigen home had verricht, werd besloten hem te verrassen met een nieuwe fiets.
Dat stukje goodwill zou hard nodig zijn want in de nacht van 2 op 3 april raasde er een geweldige storm over Nederland. Het clubgebouw bleek niet bestand te zijn tegen de krachten van de natuur die met windkracht 12 op het gebouw beukten. Het gebouw werd totaal de lucht ingeblazen. De vele houten onderdelen, vooral de dakplaten, lagen over een grote afstand verspreid. De volgende dag nam het dagelijks bestuur de trieste restanten in ogenschouw en onmiddellijk werd besloten om op zaterdag alles te redden wat mogelijk was. De verzekering werd ook onmiddellijk geïnformeerd die al op donderdag de zaak in ogenschouw kwam nemen. De conclusie van de verzekering was total loss. Maar een paar handige ijsclubbestuurders hadden een iets andere mening. Op zaterdagochtend waren alle bestuursleden, Vader Bertus en een aantal leden van sociëteit “De Cherubijnen” aanwezig en werden de resten van het gebouw gedemonteerd en werden alle delen netjes gesorteerd en op stapels gelegd. Er werd contact opgenomen met de leverancier van het gebouw om de ontbrekende delen aan te vullen en tevens voor de hernieuwde opbouw zorg te dragen. En zo werd het nieuwe clubgebouw weer opgebouwd.

 

Begin jaren zeventig

De navolgende jaren gaat de ijsclub gebukt onder de afwezigheid van ijs. Het ledenaantal loopt terug en daarmee ook de inkomsten, dus grote financiële zorgen. Een oplossing wordt gevonden in het drie maal per week verhuren van het clubgebouw als peuterspeelzaal.

Op de jaarvergadering in 1974 trad, na 27 jaar trouwe dienst, Nic Mieloo af als 7e voorzitter van de Lissesche IJsclub. Arnold van Berkel gaf een overzicht van wat de heer Mieloo in al de 27 jaar voor de ijsclub had betekend en mocht hem mededelen dat hij erelid werd van de vereniging.

 

Opening

31 Januari 1976. De grote dag was daar. Na een ijsloze periode van vijf jaar was het eindelijk zover. De baan kon eindelijk officieel worden geopend. In allerijl waren er uitnodigingen verzonden om die zaterdag om 11.00 uur aanwezig te zijn. Burgemeester Berends vergezeld door zijn echtgenote, de Wethouder van Sport en Recreatie Mevrouw Meulemans, afgevaardigden van Lisserbroek en natuurlijk de opbouwers van het clubgebouw. Na de diverse toespraken was het de Wethouder en mevrouw Berends die als eersten op schaatsen de baan betraden en een tweekamp reden. Na deze openingsceremonie werd het glas geheven op het nieuwe onderkomen.

De vrijdagavond een week later, kwam Prins Carnaval en het verdere gezelschap van de Gaapstokken op bezoek. Dat trok veel bezoekers temeer daar de Prins een aantal mooie prijzen had uitgeloofd voor de meest origineel verklede schaatsers. Ook werd er, onder toezicht van de Prins, een wedstrijd verreden op één schaats voor de prestigieuze titel "Grootste Klungel van de Lissesche IJsclub". Dat Cor Zuiderduin altijd al naast zijn schaatsen heeft gelopen bleek weer eens, want hij werd uitgeroepen tot winnaar.
Ook werd voor het eerst in de geschiedenis de baan in de ochtenduren opengesteld voor het schoolschaatsen waar dankbaar gebruik van werd gemaakt.

En daarbij werd er ook nog voor het eerst in de geschiedenis een schaatsruilbeurs gehouden, wat een aardig succes bleek te zijn, aangezien er zo'n 60 paar schaatsen van eigenaar verwisselden.

 

Midden jaren zeventig

Het jaar 1977 gaf gelukkig ook weer een paar ijsdagen zodat het ledenbestand goed op peil bleef. Piet van Dijk was dat jaar 45 jaar bestuurslid en de eerste in de geschiedenis van de ijsclub met zo'n lange staat van dienst. Hij werd in het zonnetje gezet door hem een gouden schaats met briljantje, speciaal voor dit doel ontworpen, op te spelden.

Ook waren er felicitaties voor Egbert van 't Oever die door de KNSB was benoemd als hoofdtrainer voor de Kernploegen. De voorgaande 7 jaar had hij zich al verdienstelijk gemaakt als trainer van de jeugd maar dit was toch wel de kroon op zijn werk. Ook het toenmalige bestuur van de IJsclub was bijzonder verheugd met deze benoeming en ten huize van Egbert werd hij dan ook in tegenwoordigheid van de pers in het zonnetje gezet en als herinnering werd hem een mooi boek aangeboden.

 

Zilveren Schaats

In 1977 kon wederom een heugelijk feit in de analen worden vastgelegd. Want de gemeente Lisse mocht uit handen van de voorzitter van het Gewest Zuid-Holland van de KNSB de Zilveren Schaats in ontvangst nemen. Burgemeester Berends was aanwezig op de Gewestelijke vergadering waar voorzitter J.P. Bliek memoreerde dat de gemeente Lisse een enorm groot verenigingsleven kent en de gemeente zich niet onbetuigd liet om dit te ondersteunen. Speciaal aandacht werd gegeven aan de wijze waarop de gemeente de Lissesche IJsclub had geholpen bij de verwezenlijking van de nieuwe baan. Hierna overhandigde hij de Burgemeester de massief Zilveren Schaats die een jaar in het gemeentehuis te zien zou zijn, waarna deze vervangen werd door een blijvend aandenken.

 

Eind jaren zeventig

De winter van 1978-1979 zal door velen niet licht worden vergeten. Tegen het einde van december sloeg de vorst toe zodat de baan op 1 januari 1979 's middags voor de jeugd kon worden geopend. Diezelfde avond kon de baan voor iedereen worden geopend en dit zou tot 6 januari het geval blijven. Rond 12 januari begon het weer streng te vriezen er werden waarden van -20°C gemeten, maar de volgende dag en de dag erna begon het ontzettend hard te sneeuwen waarbij er een totale dikte van 20 cm werd gemeten. Het was maar goed dat dit op zaterdag en zondag viel zodat er een hoop handen voorradig waren om de totaal 3250 m3 sneeuw van de baan te verwijderen. Op zondagavond was dit karwei geklaard en kon de baan, een van de weinige in de omtrek, weer worden geopend. In de komende veertien dagen kon er naar hartelust worden geschaatst. Ook de scholen konden in de ochtenduren wederom gebruik maken van de ijsbaan, in totaal kwamen er zo'n 1300 kinderen van 9 verschillende scholen schaatsen. Na een periode van 1½ week dooi en regen begon het weer te vriezen en op 8 februari was het weer zover en dit zou duren tot en met 21 februari. Ook deze periode werd gekenmerkt door veel sneeuw en ijzel en zelfs soms hagel. Dat dit alles de ijsclub handen vol werk gaf mag duidelijk zijn, zodanig zelfs dat er nachten werd doorgewerkt om de baan in orde te brengen.

 

KNSB

Eind 1979 werd penningmeester Ton Nuij, tot dan toe ook penningmeester van het Gewest Zuid-Holland, op de Bondsvergadering gekozen tot penningmeester van de KNSB. Hiermee werd de inbreng van Lisse binnen de KNSB wel erg groot. Teneerste is er Egbert van 't Oever die leiding geeft aan de kernploegen, dan is er Dick de Vroomen die zich bezighoudt met de begeleiding van de heren kernploeg en nu ook Ton Nuij die al drie jaar lang over de centen van het Gewest en nu over de centen van de Bond mag waken.

 

Begin jaren tachtig

Begin 1982 mag bestuurslid Arnold van Berkel uit handen van de Burgemeester een Koninklijke Onderscheiding ontvangen. Hij wordt benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau voor zijn niet aflatende ijver als verenigingsman. Maar Arnold sukkelt al een tijdje met zijn gezondheid en vocht helaas een ongelijke strijd. Degene in zijn onmiddellijke nabijheid wisten dat het niet lang kon duren maar de schok was toch groot toen wij op 12 juni 1982 het droeve nieuws moesten vernemen dat hij was overleden. Een zeer aimabel mens was heen gegaan en zou zowel bij de Harddraverij Vereniging als bij de Lissesche IJsclub een grote leemte achterlaten.

 

Elfstedentochten

Nadat eind 1984 de penningmeester voorzitter werd, was de verwachting dat het wel weer zou gaan vriezen, hetgeen vaak gebeurde na een nieuwe voorzitter. En inderdaad, op 4 januari 1985 begint het te vriezen en zondag 6 januari kan de baan al worden opengesteld. Het stormt en sneeuwt en bij een temperatuur van -5½°C is het weer even wennen om de baan schoon te krijgen. Maar dat lukte allemaal perfect tot woensdagochtend, want in die nacht had Koning Winter het gepresteerd de baan onder een sneeuwdek van 15 tot 40 cm te verbergen. Maar vele handen maken licht werk en na ‘s ochtends om half tien begonnen te zijn kwam er steeds meer hulp opdagen. Na 17 uur onafgebroken gewerkt te hebben was de baan 's nachts om half twee weer geheel schoon en hadden er een aantal mensen wat last van hun rug. Er is die dag en nacht ongeveer 2000 m³ sneeuw van de baan verwijderd. Op zaterdag begint het te regenen en de temperatuur loopt op tot +2°C maar in de nacht vriest het alweer -7°C en op zondag 13 januari is de baan als een spiegel en het is dan verschrikkelijk druk omdat het buiten water niet te berijden is.
Deze ijsperiode houdt aan tot 21 januari waarna het begint te dooien, maar niet voor lang want op 11 februari kon de baan weer open tot en met 21 februari, de dag van de elfstedentocht en de dag dat de dooi definitief inviel.

Ook in 1986 was het weer raak met de winter. Andermaal was het in februari dat de winter stevig toe sloeg met voor de tweede keer op rij een elfstedentocht. Een aantal leden van de Lissesche IJsclub weten deze rit uit te rijden, waaronder ons eigen bestuurslid Marien Loots.

En ook in 1987 is het weer raak met de winter. Tot een elfstedentocht komt het net niet maar koud is het zeker met temperaturen tot -12°C. Dat heeft helaas wel tot gevolg dat er maar weinig bezoekers de ijsbaan opzoeken.

 

Najaarsfeesten

In september 1985 wordt tijdens de najaarsfeesten, in samenwerking met sociëteit De Cherubijnen, het pistoolschieten verzorgd. Dit vindt plaats in het gebouw van de ijsclub. De opkomst was enorm en het werd een gezellig feest wat tot op de dag van vandaag nog herhaald wordt.

En in 1986 wordt in de feestweek medewerking verleend bij een te houden skeelerwedstrijd op het stratencircuit rondom het winkelcentrum Poelpolder. Onder een overweldigende belangstelling gingen 37 deelnemers van start. Het werd een spannende race waar met behoorlijk hoge snelheden werd gereden.

 

Familie en De Engel

Midden jaren tachtig waren er diverse familiebanden binnen het bestuur aanwezig. Er zijn de twee broers Cor en Loek Zuiderduin. Dan is er Wim van Amsterdam die de zwager van Cor is. Hans van der Horst is weer een zwager van Wim van Amsterdam en tot overmaat van ramp is de penningmeester Ton van den Berg de schoonzoon van de voorzitter Ton Nuij.

Maar naast familiebanden was er nog een bijzondere band aanwezig binnen het bestuur. Maar liefst acht van de dertien bestuursleden kwamen namelijk (oorspronkelijk) uit buurtgemeenschap De Engel: Cor Zuiderduin, Loek Zuiderduin, Wim van Amsterdam, Peter Slobbe, Hans Hoogervorst, Jan Wassenaar, Hans van der Horst en Ton van den Berg. Er is toen wel eens gegrapt om de naam van de ijsclub om te dopen in De Engelse IJsclub.